De
Gampenalm in
het Villnösstal
Het
Villnösstal (Val di Funes) behoort ondanks zijn bijzondere
landschappelijke kwaliteiten tot een van de rustigste Dolomietendalen.
Drie kilometer ten noordoosten van Klausen (Chiusa) mondt dit dal
in het dal van de Eisack uit.
De lengte van het dal is 24 kilometer en het hoogteverschil tussen
de dalingang en het hoogste punt bedraagt maar liefst 1800 meter.
Door een nauwe kloof met loodrechte wanden leidt de weg dalinwaarts.
Vooraan in het dal ligt op de zuidhelling ruim temidden van weiden,
het aardige verblijfplaatsje Teis (Tiso).
Achter in het dal liggen de Villnösser gemeenschappen Sankt
Peter (San Pietro),
het belangrijkste gedeelte van de gemeente (2300 inwoners),
en Sankt Magdalena (Santa Maddalena) aan de voet van de Geislergruppe,
3025 meter.
Na de nauwe dalingang verbreedt het dal zich plotseling en geeft
dan een prachtig uitzicht
over de donkere bossen op de kalktanden van de Geislergruppe.
Niemand minder dan de wereldberoemde beroepsalpinist Reinhold Messner,
geboren en getogen in het Villnösstal,
deed temidden van deze rotsen zijn eerste klimervaring op.
De namen van de boerderijen herinneren aan de Rhetoromaanse oorsprong
van de oudste bewoners.
Er wordt in dit dal dan ook naast het Duits en het Italiaans, Rhetoromaans
gesproken.
Aan
het einde van het Villnösstal staat het kleine kerkje van
Sankt Johann
temidden van de velden met als decor het prachtige Geisslermassief.
We rijden helemaal tot het einde van het dal, waar we de auto
achterlaten en vervolgens picknicken op de Zanseralm.
Het was
een heerlijk plekje om je lunch te nuttigen.
Na het eten besluiten vrouwlief en de jongens om op de Zanseralm
te blijven,
terwijl ik besluit om een wandeling te maken naar de Gampenalm.
Tegenwoordig
zijn veel wandelpaden ook bewegwijzerd als Nordic Walking Pad.
Het
was vrij warm en zo deden de bomen dienst als parasol.
Hier
en daar kon je een glimp opvangen van het Geislermassief.
Hier
heb ik even gedacht om het pad naar de Furkelalm te nemen,
maar een blik op de wandelkaart vertelde mij al gauw dat dit niet
haalbaar was.
Plots
sta je in het Naturpark Puez-Geisler (Parco Naturale Puez-Odle).
Op
de wandelroute krijg je, dankzij de vele almen, vaak de kans om
van een panorama te genieten.
In
de hoogte zie ik de Schlütterhütte (voormalige Peitlerkofelhütte)
liggen,
dus nu moet ik wel bijna bij de Gampenalm zijn.
Zo'n
koe langs het wandelpad vind ik altijd gezellig.
Eindelijk
bij de Gampenalm, want mijn voorraad drank was al halverwege de
wandeling op geraakt.
Deze
houten spijskaart nodigt uit om te raadplegen.
Alhoewel
ik zin had om voor altijd op de alm te blijven, werd het stillaan
tijd om de terugtocht aan te vatten.
Ik besloot om
te dalen langs een ander pad.
Had ik ook maar zo'n beekje in mijn tuin.....
.......zo'n
rotsblokje mag ook.
De
Zanseralm kwam in zicht.
Heel indrukwekkend is en blijft het Geislermassief, de hoogste top
ervan is de Sass Rigais, met 3025 meter.
Het
was weer een héél geslaagde dag die me nog lang zal
bijblijven.
Wil je meer info over deze streek of andere,
stel dan je vraag op het
ALPENFORUM
------------------------------------------------------------------------
|