Zaterdag
15/07/06
Vandaag gaan we naar het Campilltal.
We rijden via de Furkelsattel en in St. Vigil am Enneberg
kopen we nog wat proviand voor ons middageten.
We zijn al een paar dagen op zoek naar vlaams nieuws, maar
er is nog steeds geen belgische krant te bespeuren...
St.
Vigil am Enneberg
is een heerlijk dorpje, dat zeker een tussenstop waard is.
Ook
hier is de verleiding tot het bezoeken van de kerk groot.
Vervolgens zetten we de rit verder naar het Campilltal.
Campill (Lungiarü) ligt op 1398 meter boven de zeespiegel.
Op 31 december 2005 telde het charmante dorpje 592 inwoners.
Het dorpje werd voor het eerst in een oorkonde van 1312
vernoemd met de naam ''Campil'', uitgesproken ''Campeil''.
Nu spreken de inwoners die Duits spreken het als Ciampei
uit.
De naam ''Lung-a-ru-Lungiarü'' dook voor het eerst
in een oorkonde van 1831 op, wat echter niet uitsluit dat
de bevolking deze naam al vroeger gebruikte.
Campill is een bescheiden bergdorp dat heel rustig, weg
van de toeristische trekpleisters uit het Gadertal (Val
Badia) (Abteital (Ladinisch)), is gelegen.
Het heeft nog een erg landelijk karakter en is (tot nu toe
toch nog) door de meeste toeristen voorbij gegaan.
In de meeste reisgidsen staat zelfs niets over het Campilldal.
En ook op internet vind men er bitter weinig over; als men
echter Italiaans verstaat iets meer.
In het Nederlands niets of toch bijna niets.
De huisberg van het dal is de Peitlerkofel (2875m).
Deze berg is wel heel bekend vanop de Würzjochpass
(Passo del Erbe), maar niet vanuit het Campilltal.
Na de picknick op een idyllisch plekje trekt Wouter de bergen
in.
Na
5 minuutjes lopen kom je al snel in een open landschap met
veel almen, sparrebossen en machtige rotsmasieven.
Ook
aan bloemen is er geen gebrek.
Op
de gehele wandeling ben ik maar twee mensen tegen gekomen.
Door die opvallende stilte wordt je al snel één
met de natuur....heerlijk!
Alweer
een wonder der natuur.
Op
de achtergrond zie je de Peitlerkofel.
Nog
steeds geen levende zielen gezien....
....
behalve dan enkele insecten.
In
de verte zie je de overgangsroute naar het Vilnosstal.
Een
bosplek met varens, verlicht door enkele zonnestralen, levert
dit beeld op.
We
komen stilaan terug in de bewoonde wereld.
Deze
bar van de Sitting Bull Ranch is bij deze hitte een welgekomen
geschenk.
Ik nuttig hier een halve liter spuitwater voor maar 1,00
euro.
Na
de verfrissing was het nog 15 minuutjes stappen
en had ik dus nog even tijd om afscheid te nemen van dit
prachtig landschap.
Op het einde van deze mooie middag, willen we nog eens een
oude vertrouwde plek gaan opzoeken.......
.........de
Bergila Latchenölbrennerei, even voorbij Kiens.
Er
is een klein museum waar je enkele distilleertoestellen
kan bekijken.
Via een hedendaags plasmascherm, kun je de evolutie van
de dennennaaldverwerking bekijken.
Aan
de blikken van mijn metgezellen zag ik dat het hoog tijd
werd om het plaatselijke winkeltje te bezoeken.
We proeven en kopen er wacholderschnaps en latchenbonbons.
Je kunt er ook allerlei zalfjes, olieën en kruiden
kopen.