Vanuit Canazei reden wij op een mooie julinamiddag de westzijde
van de Passo di Pordoi op.
Eerst kronkelde de weg zich nog tussen de naaldbossen.
Na een tijdje kwam dan het indrukwekkende Sass-Pordoi-massief
te voorschijn.
Voor motorrijders zijn de Dolomietencols natuurlijk niet
te versmaden.
Deze oldtimer met de beroemde ster had duidelijk geen haast.
Links,
richting Passo di Sella, oftewel Sellajoch kwam ook het
Langkofel-massief te voorschijn.
De Langkofel of Sasso Lungo is 3181 meter hoog.
De beklimming van de Passo di Pordoi langs de westzijde,
dus vanuit Canazei bedraagt 10 kilometer en het hoogteverschil
is 789 meter.
Het gemiddeld stijgingspercentage is dus 7,89%.
Om
de kabelbaan naar de top van de Sass-Pordoi (2950m) te nemen
hadden we helaas geen tijd.
De
Passo di Pordoi is met 2239m de hoogste Dolomietencol.
Nog
een stuk van het Langkofel-massief was zichtbaar.
Op
de Pordoi-pas waren er wel veel toeristen.
De bewolking nam toe.
Aan
de voet van de Sass di Pordoi, wordt de Italiaanse wielerlegende
bij uitstek geëerd, Fausto Coppi.
Fausto leefde van 1919 tot 1960.
Hij behaalde in zijn carière maar liefst 110 overwinningen.
Hij won twee maal de Ronde van Frankrijk in 1949 en 1952,
en vijf keer de Ronde van Italië (1940, 1947, 1949,
1952 en 1953).
Hij stierf op 2 januari 1960 aan malaria na een safaritocht
in Afrika.
De
winkeltjes op de Pordoi-pas vond ik wel gezellig, en niet
zo duur,
toch tenminste wat het drukwerk bedroeg, zoals kalenders,
boeken enz.
Het
topje de Marmolada was niet meer zichtbaar achter het kapelletje
door de stilaan opkomende bewolking.
Toeristischer
kan een bergpas moeilijk zijn.
Richting
oosten was het nog iets zonniger.
We
daalden langs de oostzijde af.
De
lengte tot in Arabba is ook 10 kilometer, en het hoogteverschil
bedraagt 579 meter.
Het gemiddeld stijgingspercentage is dus eerder laag met
5,79%.
Door
de vele bussen, campers en ''onzekere chaufeurs'', was er
van opschieten op de Pordoi-pas geen sprake.
Maar ja we waren dan ook op vakantie.